
Iaido (居合道) (1) is de traditionele Japanse techniek van het resoluut en vloeiend trekken van het zwaard (katana (刀)gevolgd door een directe aanval als antwoord op een aanval van (een of meer) denkbeeldige tegenstander(s). In de iaido-training staat het bereiken van eenheid tussen zwaard, lichaam en geest centraal. Iai-do is letterlijk vertaald de weg van het samenkomen. De iaidoka streeft naar perfecte beheersing van lichaam en zwaard gecombineerd met opperste concentratie en waakzaamheid. De etiquetteregels voor iaido zijn strikt en getuigen van respect voor het zwaard, de medestudenten, de sensei en de iaido-traditie.
Er zijn twaalf samengestelde kata die alle bij de Japanse Kendo Bond (Zen Nippon Kendō Renmei) aangesloten iaidoka trainen en die de gezamenlijke grondslag vormen voor examens en wedstrijden. Dit is het Z.N.K.R. iai, voorheen, maar informeel nog steeds, bekend als seitei iai. Z.N.K.R. iaido kreeg gestalte in 1966, 1980 en 2001 door de inspanningen van grootmeesters uit de Muso Shinden Ryu, Musō Jikiden Eishin-ryū, Hoki Ryu en andere ryu.
Het Z.N.K.R. iaido bestaat uit vier zittende en acht staande kata, waarin de meest representatieve en effectieve zwaardtechnieken uit de diverse tradities aan bod komen: horizontale, verticale, diagonale en opeenvolgende slagen, alsmede stoten en steken. De reeks wordt geopend en afgesloten met een kort groetritueel, dat een essentieel onderdeel is van het iaido. Afhankelijk van de lokale omstandigheden is het een respectbetuiging aan het verleden (de goden of vroegere grootmeesters), het heden (de leraar en het zwaard) en de toekomst (de leerlingen) van de discipline. Voordat het zwaard in de obi (band) wordt gedaan, groet de iaidoka het zwaard om het één te laten worden met zijn lichaam en geest. De etiquette brengt echter ook waakzaamheid (zanshin) met zich mee, aangezien een gebrek aan wederzijds respect in het feodale Japan meestal een dodelijke afloop had.
Beginnende iaidoka maken eerst kennis met het zwaard, de basishoudingen en basisbewegingen. Vervolgens leren zij de 12 standaard kata van de Zen Nippon Kendo Renmei, die ook wel ‘seitei kata’ worden genoemd. Na uitvoerige studie van deze kata, die de basis vormen voor elke iaido-training maar ook voor examens en wedstrijden, kan de leerling kennis maken met de koryu kata van de Musō Jikiden Eishin-ryū school (2).
Het uitzonderlijke van iaido is dat, in vergelijking met andere Japanse vechtkunsten, de mannelijke en vrouwelijke beoefenaars op gelijke voet staan. Het gaat bij iaido namelijk niet om kracht maar om de perfecte balans tussen zwaardtechniek, lichaam en geest.
De uitdagingen van de iaido-training gelden zowel voor de beginnende als voor de gevorderde iaidoka. Iaido is bovendien een zeer geschikte tweede discipline voor budoka uit andere disciplines. Je zult nooit uitgeleerd zijn, je zult nooit klaar zijn met de kata en je zult altijd manieren ontdekken om de balans tussen lichaam en zwaard te perfectioneren. Kortom: iaido is een uitdaging voor het leven.
Ofschoon iaido kata in feite uit één vloeiende beweging bestaan, zijn telkens vier fasen te onderscheiden: het trekken van het zwaard en het toebrengen van de eerste slag (nukitsuke), het toebrengen van één of meer slagen om de tegenstander uit te schakelen (kiritsuke), het reinigen van het zwaard (chiburi) en het terugbrengen van het zwaard in de schede (noto). De scenario’s hebben het volgende patroon: in reactie op een aanval van één of meer denkbeeldige tegenstanders wordt het zwaard getrokken en de handeling omgezet in een bliksemsnelle tegenaanval.
(1) Wikipedia
(2) Wikipedia